Bij een groot voedingsmiddelenbedrijf werd veel last ondervonden van water in de droogcilinders voor een graanproduct, die met stoom gevoed werden. Water in deze cilinders vermindert de warmteoverdracht, waardoor het eindproduct van onvoldoende kwaliteit was en dus de productie gestopt moest worden. We werden met spoed gevraagd om te helpen bij het analyseren van dit probleem
Al snel ontdekten wij dat het water in de droogcilinders een hoog elektrisch geleidingsvermogen had en sterk alkalisch was, wat duidde op de aanwezigheid van een forse hoeveelheid ketelwater in de stoom.
Visueel onderzoek
Visueel onderzoek van het ketelwater leerde al snel dat dit ketelwater erg schuimde. Hierdoor wordt ketelwater door de stoomafscheider heen mee het stoomnet ingenomen, en kunnen zelfs opkokers optreden. Er werden monsters ketelwater voor nader onderzoek meegenomen op schuimvormende componenten. Om toch zo snel mogelijk weer te kunnen opstarten werd de tijdelijke dosering van een FDA-toegelaten anti-schuimmiddel in het ketelvoedingswater voorgesteld, samen met monitoring van de geleidbaarheid van de stoom uit de centrale stoomheader. Apparatuur daarvoor werd door ons geïnstalleerd. Dit had onmiddellijk succes en de betreffende fabriek draaide weer binnen een dag.
Schuimvorming
Er zijn diverse mogelijke oorzaken voor schuimvorming in het ketelwater. Kennis van de onderhavige industrie is dan ook van wezenlijk belang voor een adequaat en snel onderzoek. Gezien de aard van het bedrijf werd inlek in de stoomketels van plantaardige olie vermoed, via het stoomcondensaat. Deze plantaardige olie werd namelijk gebruikt bij een ander proces in een andere fabriek op hetzelfde complex. De olie werd daar gepasteuriseerd in platenwarmtewisselaars, gevoed met stoom waarbij het stoomcondensaat werd teruggevoerd naar de (centrale) stoomketels. Overigens werd door het plantmanagement deze inlek voor onmogelijk gehouden aangezien ze uitgevoerd waren met een dubbele scheiding, reden waarom men niet direct de pasteurs condensaatzijdig afkoppelde…
Vetzuren
Onderzoek van het ketelwater toonde aan dat inderdaad sprake was van inbraak van vetzuren in het ketelwater (via stoomcondensaat teruggevoerd naar de stoomketels). Als er plantaardige olie in een stoomketel lekt zal deze olie bij die temperatuur en hoge alkaliteit (normaal in cilindrische stoomketels) omgezet worden, waarbij vetzuren ontstaan. Dit is feitelijk het klassieke verzepingsproces. De vetzuren verlagen de oppervlaktespanning van het ketelwater waardoor dit gaat schuimen, met alle gevolgen van dien.
Oplossing
Een snelle check van de stoomverbruikers leerde dat er 3 (dubbelwandige) platenwisselaars in het betreffende productieproces aanwezig waren voor de pasteurisatie van plantaardige oliemengsels. Het lukte ons om de vetzuurverdeling in hete ketelwater te bepalen. Controle van de 3 olieblends liet er geen misverstand over bestaan welke pasteur er (dubbel) lekte. Aftappen van een monster condensaat leverde het onomstotelijke bewijs; de helft van de vloeistof bleek uit olie te bestaan. Na uit bedrijfstelling en reparatie van de warmtewisselaar normaliseerde het ketelbedrijf weer en kon de tijdelijke antischuimdosering weer gestopt worden.